Wat je kunt verwachten in de Aareschlucht
De Aareschlucht heeft twee ingangen, die zich aan de westelijke en oostelijke kant bevinden. Via beide ingangen kun je de kloof betreden, waarbij de oostelijke ingang pas rond midden mei beschikbaar is.
De Aare overwint holen, grotten en steile rotswanden. De kloof wordt gezien als een krachtplaats. Door houten looppaden en korte tunnels in het kalksteen is het kernstuk van de kloof heel goed toegankelijk. Tussen het midden van de kloof en de westelijke ingang is het pad zeer goed geschikt voor rolstoelen en kinderwagens. Andere paden bestaan deels uit grind, deels zijn ze geasfalteerd. Honden zijn aan de korte lijn toegestaan en hoeven geen toegang te betalen.
Met het openbaar vervoer
Met het openbaar vervoer heb je vanaf Luzern bijna twee uur nodig. Je komt via Meiringen en kunt van daaruit met de Zentralbahn naar het West- of Oosteind van de Aareschlucht rijden.
Vanaf de haltes van de Zentralbahn heb je elk ongeveer 10 minuten te voet nodig. Voor de ingang Oost van de Aareschlucht moet je daarbij trappen overwinnen.
Voor de Oostingang kun je de haltes “Alpbach” of “Aareschlucht Oost” gebruiken. De toegang vanaf de halte “Aareschlucht West” leidt naar de Westeingang van de Aareschlucht.
Met de auto
Vanaf Luzern heb je met de auto ongeveer een uur nodig via de snelweg A8. Vanuit Interlaken ben je in een halfuur bij de Aareschlucht, ook via de A8.
Voor wie is de Aareschlucht geschikt?
De Aareschlucht is voor alle natuurliefhebbers een bijzondere ervaring en zou hoog op je bucketlist moeten staan. Vooral voor gezinnen, maar ook voor schoolklassen en busuitjes. Dagjesmensen vanuit Interlaken of Luzern komen hier graag en combineren het uitje met andere natuurattracties in het Berner Oberland. Deze uitstap kan bijvoorbeeld goed worden gecombineerd met een bezoek aan de Reichenbach-watervallen.